De belangrijkste bron voor de jazz ligt naar alle waarschijnlijkheid in Afrika. De Afrikanen die als slaven naar Amerika gebracht werden, brachten hun traditionele, sterk ritmische muziek mee. Op hun route naar de Verenigde Staten werden veel slaven allereerst naar de West-Indische eilanden gebracht, met name naar Hispaniola (Haïti en de Dominicaanse Republiek); na een tijdje werden velen van hen verkocht in New Orleans. Zij namen hun religieuze en muzikale erfenis met zich mee. De slaven uit Santo Domingo (de hoofdstad van de Dominicaanse Republiek, gesticht door de broer van Christoffel Columbus) zetten hun oude voodoopraktijken ongewijzigd voort in New Orleans.
Die muziek was gebaseerd op een vijftonige toonladder. Een karakteristiek voorbeeld van een vijftonige (pentatonische) toonladder in de toonsoort c mineur zijn de tonen c–es–f–g–bes. De Afrikaanse muziek heeft een sterke pentatonische traditie.
Op de plantages ontwikkelden werkende slaven een zangstijl die als de oorsprong van wat nu blues heet aangeduid kan worden. In New Orleans speelden percussiebands op straat waarop de zwarte bevolking danste. Die plaatsen in de stad kregen de bijnaam ‘Congo Square’.
Muzikanten in kroegen en bordelen (vaak overigens ook Afrikanen) maakten gebruik van muzikale elementen uit o.a. de Europese klassieke muziek en voegden deze toe aan de basis van de ‘plantagezang’.
In de ‘Honky Tonks’ klonk ragtime. Bij ragtime weet de pianist met twee handen een sterk ritme met thema’s te koppelen. Deze muziek is dan ook polyritmisch, maar heeft minder improvisatiemogelijkheden.
Deskundigen zijn het erover eens dat werkliederen van de katoenvelden, blues van stad en platteland, banjostijlen van variétéshows, gesyncopeerde brassbands (fanfarekorpsen) en ragtime (gesyncopeerde dansmuziek) alle een belangrijke rol speelden bij het ontstaan van jazz. De syncopering (accentverschuiving) als primair ingrediënt van de jazz, ontwikkelde zich als een ritmische aanpassing van de Afrikanen. De syncope was het meest voor de hand liggende en beste substituut voor de gecompliceerde polyritmiek (de simultane combinatie van contrasterende ritmes in een muzikale compositie) die integraal deel uitmaakt van hun muzikale erfenis. Het is deze syncope die muziek doet “swingen”.
Doordat de Afrikaanse muziek en danstradities werden blootgesteld aan het publiek, vond er een wederzijdse beïnvloeding plaats met de Europese muziektraditie. De unieke ritmische nadruk van deze dansen plus vele andere ingrediënten kwamen samen om een muzieksoort op te leveren die bekend werd als jazz.
De naam jazz komt van het niet meer bestaande woord jass, waarmee de seksuele daad op een platvloerse manier werd aangeduid. Jazz was een symptoom van de glorieuze bevrijding van de knellende banden van de moraal. Het ontstond in de sloppenwijken en werd voornamelijk ontwikkeld voor gebruik in bordelen; het ene bordeel probeerde het andere af te troeven met de beste jazzband.
bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Jazz