Kort daarop ontstond – als reactie op de opzwepende bebop – de cooljazz, waarvan Miles Davis een van de belangrijkste en bekendste vertolkers was (zie albums Birth of the Cool en Kind Of Blue).
Cooljazz klinkt minder grillig, subtieler en serieuzer en men lijkt meer op zoek naar de schoonheid en organisatie dan naar extase. Hier ontstaan ook de aanzetten tot het gebruik van modale technieken die evenwichtiger klinken dan de dwingende samenklanken uit de vroege bebop.
Een bijna wringende combinatie is te horen in ‘The Man I Love’ op het album ‘Miles Davis and the Modern Jazz Giants’ waar Miles Davis en Thelonious Monk samenspelen en – zo gaat het verhaal – bijna op de vuist gingen door Monks sterk dwingende harmonieën tijdens het spel van Davis.
Is er ook een streven naar samenklinkende maar zelfstandige langere melodielijnen (polyfonie), dan wordt daar eerder de naam ‘Westcoast’ aan gegeven. Denk hierbij aan de doelbewust akkoordinstrumentloze bezettingen met Gerry Mulligan en Chet Baker en de moeilijker classificeerbare pianist Lennie Tristano. De muziek krijgt hierdoor een georganiseerdere indruk. Het valt op dat verhoudingsgewijs veel blanke musici hiermee actief zijn.
Muzikanten die kunnen worden gerekend tot de Cool-Jazz zijn ook Chet Baker, Dave Brubeck en Paul Desmond, Stan Getz, Lee Konitz, Art Pepper, Russ Freeman en in Nederland Ann Burton en Rita Reys.
Het innovatieve en organiserende karakter van cooljazz is blijven voortbestaan en zien we in latere tijden in initiatieven van Toots Thielemans (Bluesette), Joe Vanenkhuizen (die een voorkeur heeft voor 6/8 maatsoorten) en slagwerkerPierre Courbois die doelbewust andere metrums gebruikt. In de aanloop naar de Freejazz (zie hieronder) wordt ook naar nieuwe ritmisch vrijere mogelijkheden gezocht (Afrikaanse ritmen, vrij zwevend ritme, aanzienlijk complexere Indiase ritmepatronen) die dan echter minder ingetogen gebruikt worden (de aanpak van ‘My favorite things’ door John Coltrane).
Het ingehouden karakter komt terug in het einde van de jaren 80 en 90 waar na het streven naar expressie een terugkeer is naar overzichtelijke structuur en harmonie, maar waarbij de intensiteit voorkomt uit contrasten met een ingehouden basis.
West Coast
Omdat de meeste musici die cooljazz speelden uit Los Angeles kwamen werd cooljazz ook wel met de term West Coast aangegeven. Echter niet alle ‘West Coasters’ speelden ‘cool’ en de cooljazz werd ook elders gespeeld.
East Coast
Als tegenhanger werd in met name New York de lijn van de Bebop verder voortgezet. De muziek zou uiteindelijk uitmonden in Hard Bop.